“Je gaat niet zwaaien hoor,” zegt de puber, terwijl hij zijn spullen in de wieltjeskoffer propt. “Dat is kapot kinderachtig.” Ik zwijg en slik iets in. Langzaam verdwijnt de prop via mijn slokdarm naar beneden. Hij heeft gelijk. Een brugklaskamp is wat anders dan een kampeerweek met de naschoolse opvang. Op het plein van de lagere school mag je nog zwaaien als moeder.
Uiterst traag kruipt de klok naar half negen. Tijd om te vertrekken. Ik pak de autosleutels, geen tas, geen sigaretten. Het is immers een kwestie van uitladen en weer doorrijden. Wanneer we de straat van de school inrijden, is deze gekleurd met vaders, moeders, pubers, tassen en vooral veel rolkoffers. Ik sluit de auto af, pak de rolkoffer uit de achterklep en verdwijn ongevraagd tussen de menigte op weg naar school. Puber zegt niets, blijkbaar is het goed.
Op het plein is er geen doorkomen aan. Verderop zie ik wat bekende moedergezichten uit basisschoolcarriere. Met onze hoofden onder paraplu’s gestoken kletsen we gezellig bij. Plots klinkt er een sirenegeluid. De burgklascoordinator verschijnt en drilt de klassen naar verzamelpunten. Ze doet het keurig, er is geen puber die het in zijn hoofd haalt om ergens anders te gaan staan danwel te blijven dreutelen. Opnieuw klinkt de megafoon en de klassen worden over de bussen verdeeld, die buiten het hek staan geparkeerd, in afwachting van hun kostbare lading.
Voorzichtig schuifel ik met de moedermassa mee, puber ben ik inmiddels al lang uit het oog verloren. Blijkbaar zit hij al in de bus. Samen met een collega-moeder sta ik achter de bus te wachten. Nu ik hier toch sta, kan ik net zo goed blijven wachten. Fijn dat ik geen tas heb meegenomen en dat mijn peuken nog thuis op tafel liggen. Dit is zo’n moment waarop mijn hoofd half aanwezig is bij de vertrekkende bus en de andere helft is op zoek naar een rookmoment.
Gelukkig steekt de collega-moeder naast mij een sigaret op en natuurlijk mag ik fijn meebietsen. Ontspannen kletsend en rokend wachten we af, tot de bus vertrekt. Dat ligt nog even aan het inladen van de bagage, welke niet allemaal van harte in de bus verdwijnt.
De megafoon klinkt voor de derde keer: ze gaan vertrekken. Keurig stipt op tijd, ik vind het een prestatie. Zes brugklassen van vijfentwintig kakelende pubers met honderden kilo’s aan bagage, die in amper een kwartier tijd allen in de bus zijn opgehokt. De bus start, het verkeerslicht springt op groen en de karavaan vertrekt.
Verbaasd kijk ik naar mijn arm, die schijnbaar vanzelf half opgestoken in de lucht verdwijnt. Vanachter het achterraam zwaait een hand vrolijk terug.
Ja dat zijn van die momenten! Ik beleef het weer helemaal terug! Wat schrijf je toch goed!
BeantwoordenVerwijderenWat lief Sagita, dank je wel! Het is nu een uurtje geleden dus het was nog vers ;-)
BeantwoordenVerwijderenOdette
och man, ja. Het went steeds beter. Straks gaat kindeke voor 3 maanden naar Peru *slikt*
BeantwoordenVerwijderenMooi stukje, en alles blijft hetzelfde ook na al die jaren dat het voor mij al geleden is. De bussen, de kwekkende bonte en wat misplaatste meute op het schoolplein..
BeantwoordenVerwijderenSfeervol beschreven..
Alleen dat gerook,.. hou daar nou toch eens mee op Mw. O.!
Pasq.