donderdag 10 november 2011

Lek 1

En weer was die ene punaise voor mij. Hij lag met zijn vileine puntje naar boven onder het aanplak/prikbord bij de receptie. En niet eens zo’n druktemaker met een vrolijk gekleurd hoedje. Maar met een ordinaire koperen kop. Die ik pas zag glinsteren toen ie zich tot aan het heft in mijn achterband had geboord. Waarom ook óp de fiets balancerend tot vlakbij dat bord willen komen en dan zo lang mogelijk blijven zitten als een ware evenwichtskunstenaar. Ik bedoel niemand ziet het, het is zo langzamerhand muisstil in het park waar we onze zomerresidentie tot herfst en winterverblijf hebben opgewaardeerd. In de zomer ja, dan zwermen er campinggasten rond balie en postvakjes en kun je je nog voorstellen dat er een enkele bewonderende blik je richting op gaat;
‘Goh dat die meneer zo lang kan blijven zitten terwijl zijn fiets bijna stilstaat, kijk hij valt om, nee net niet, knap hè, wie is dat ?’
Jan Derksen, WK Sprint 10 minuten sur place tegen een of andere Italiaan op een houten wielerbaan, eind jaren vijftig? Ja ik weet het weer! Antonio Maspes en niet eens gegoogled.
Een lekke band dus die pas tot me doordrong toen ik nog snel even tegen sluitingstijd naar het winkeltje moest en mijn wiel onder me wegblubberde.
Wat te doen, wie te bellen, waarheen.
Qua reparaties kunt u mij doortrekken. Als zelf benoemde morsige lees en schrijfwurm verwaardigde ik mij tot nu toe nooit een hand vuil te maken aan kettingspanners, remblokjes of binnenbanden.
Graag betaalde ik de daartoe opgeleide professionals en kwam ik het rijwiel aan het eind van de dag met een pinpasje en een opgeruimde glimlach weer ophalen.
Maar hier is in heinde en verre geen fietsenman te bekennen.
‘Maar als je nou alleen in de woestijn was?’ Mijn vader staat naast me beneden aan het portiek en plakt mijn band. ‘Dan moest je het alleen doen.’
Ik ben echter niet van plan ooit alleen in de woestijn te gaan fietsen, ik wil meedoen met voetballen en dus kijk ik in mijn jeugdige onbezonnenheid alleen naar de andere kinderen op straat en dat breekt me nu lelijk op.
‘Ga je hem zelf plakken?’, vraagt mevrouw Pasquali vanachter haar computerscherm.
‘Natuurlijk’, zeg ik met een nonchalante fietsenmakersstem, ‘morgen haal ik plakspullen.’
‘Kun je dat dan?’ De toon waarop bevalt me niet.
‘Als ik kan helpen, mijn opa..’
Die ken ik, haar opa was enorm handig en heeft haar van alles geleerd, leertjes vervangen ,stekkertjes aanzetten, nestkastjes timmeren en nu zeker ook fietsenmaken.’
‘Je moet eerst het ventiel eruit halen.’
‘Ja’, zeg ik bits,’dat hoef je mij niet te vertellen.’

4 opmerkingen:

  1. Dus dat is het! Eerst het ventiel eruit! Tssssssssss....

    alinfrad

    BeantwoordenVerwijderen
  2. wordt vervolgd, mag ik hopen. Zo lekker, zo'n morsig norsig stukki bij dit weer.

    arsid

    BeantwoordenVerwijderen
  3. Oei, mevrouw Pasquali prikte een tweede punaise.

    BeantwoordenVerwijderen
  4. Ik ben ook bang voor een tweede lek in uw ego.

    BeantwoordenVerwijderen