zaterdag 31 maart 2012

Een leuk uitstapje

Uitstapjes gingen bij ons per fiets of met het openbaar vervoer. Moeizaam dus, wat nog verergerd werd door het feit dat mijn ouders het zelden eens waren over hoe de dag precies moest worden ingevuld. Een groot deel van de tijd die voor ontspanning gebruikt had kunnen worden ging op aan geharrewar en getouwtrek over wat de volgende stap op ons dagje uit precies ging inhouden. De grootste spanning ontstond echter steevast halverwege de middag als we, zoals mijn vader het altijd uitdrukte, ergens iets ‘’zouden gaan gebruiken’’. Ongelooflijk, hoeveel terrassen er ook in die tijd al waren, en geen van alle goed genoeg in de ogen van mijn vader. Te druk, te leeg, teveel zon, te weinig licht, te duur, ook te duur, veel te duur, goedkope meubels, harde muziek, u kunt het zo gek niet bedenken of er mankeerde altijd iets. Tegen de tijd dat iedereen boos was en niemand meer zin had namen wij dan toch nog ergens plaats om van het gezeur af te zijn, meestal op een terras dat veel minder was dan veel van de terrassen die in het afgelopen uur verontwaardigd waren afgekeurd. Nu kwam de volgende fase in onze marteling. Mijn vader ging zich nu uitgebreid door de bediening laten informeren over alle prijzen, het personeel zowel als ons het gevoel gevend dat eigenlijk alles te duur was en we hier min of meer bestolen werden. Na veel vijven en zessen werd dan toch een bestelling geplaatst, meestal van dien aard dat niemand van de kinderen kreeg wat hij of zij echt graag wilde. Omdat het personeel inmiddels ofwel een hekel aan ons gekregen had ofwel doodnerveus van ons was geworden werd na lang wachten meestal iets geserveerd dat niet overeen kwam met het gevraagde, wat weer tot nieuwe ergernissen aanleiding gaf enzovoort.

Ik herinner mij nog twee fietstochten die ik als jongen met mijn vader maakte. Op de eerste zouden wij onderweg een uitsmijter eten. Ik had geen idee wat dat was, maar ik begreep van mijn vader wel dat het iets bijzonders moest zijn. Alvorens zijn bestelling te plaatsen informeerde mijn vader zich weer uitgebreid over de prijs en de precieze samenstelling van het gebodene. Gelukkig viel het geserveerde bij hem in de smaak. Onderweg naar huis vroeg ik mij af wat er zo bijzonder was aan een uitsmijter, behalve dan dat je dubbel beleg op je boterham deed en ik vroeg mij af waarom je hiervoor naar een restaurant zou gaan, als je het thuis ook gewoon zou kunnen maken. Kennelijk was hier sprake van een zo ongehoorde luxe, dat men dit in een aangepaste omgeving diende te nuttigen. Op de tweede fietstocht die ik mij herinner strafte God zelf mijn eeuwig wantrouwende vader. Wij streken neer op een warm terras en mijn streng protestants christelijke vader vroeg om bier. Toen het gevraagde gebracht werd meende mijn vader te moeten vragen of het bier ‘’wel echt koud’’ was. De cafébaas keek hem onbewogen aan en antwoordde langzaam: ‘’Mijnheer, dit bier is wel zo god-ver-domd koud’’ en zette het glas voor hem neer. Mijn vader knikte, trok zijn portemonnee en rekende meteen af.

woensdag 28 maart 2012

Journaal

' Ze hebben knap de smoor in, in Den Haag
En Wilders wilde gisteren al nokken
Want Rutte zat hem zó vet op te fokken
Dus al met al een heel gedonderjaag

Ook heibel Gerrit, in de atmosfeer?'
' Nou Sas, 't blijft voorlopig klotenweer.'

-----------------

Het NOS journaal gaat op de schop. Er komt een nieuw decor, een nieuwe tune en het taalgebruik wordt meer gericht op normale spreektaal.
Dichter bij de mensen op straat en de jongere doelgroepen.

dinsdag 27 maart 2012

Stilte

De stilte rond het Catshuis is totaal
Journaille staat gekluisterd aan de hekken
Maar er wil nog geen enkel nieuwtje lekken
En daarom haal ik binnenkort verhaal

Want mijn beroepsgroep zit het reuze hoog;
Wij staan als versjesschrijvers kurkdroog!

maandag 26 maart 2012

De moestuin 2




Iedere ochtend is mijn eerste gang naar de bakken op het akkertje waar de gesmokkelde, want bij intratuin kant en klaar aangeschafte, plantjes staan te blozen in de zon. Met mijn handen woel ik even door de speciaal gecomponeerde mix van pootaarde, turfmolm, compost en hydrokorrels die binnen recordtijd een succesvolle oogst moet garanderen.
Lekker warm en vochtig voelt de aarde. De aardbeien hebben zich trots en sappig opgericht, de eikenbladsla heeft al een extra fris blaadje gebaard en onder glas is er in de afdeling broccoli van bak 1 al een fluistering van groene kopjes te bekennen. Bovendien schieten in de vensterbank de voorgezaaide wortels de grond uit. Ik heb uit een rode peper de zaadjes gedroogd en een tweetal daarvan heeft besloten om maar eens buiten rond te gaan kijken. Tegen de avond ga ik rond met emmer en yoghurtbakje om alles te bewateren. De lente heeft dezer dagen haar mooiste blote jurk aan.
Maar voor het zover was moest er getimmerd.
Omdat mijn timmerervaring zich beperkt tot het op jeugdige leeftijd beoefenen van Hamertje Tik, een spel voor de technisch aangelegde dreumes waarmee je met behulp van een houten hamer en spijkertjes leuke figuurtjes op een stukje zeer zacht zachtboard kon bevestigen, kostte de constructie van de bakken me de nodige tijd en hoofdbrekens. Met de details van mijn tocht langs bouwmarkt, hamer, zaag en drevel zal ik de lezer niet vermoeien.
Laat het genoeg zijn dat mevrouw Pasquali me 'Meten is weten' toevoegde toen ik met de eerste resultaten op de proppen kwam.
En nu staat het er allemaal en moet ik wachten terwijl ik het jonge grut de grond uit loop te kijken.
Ik wil groene kroppen, grote bossen, zware kolen, jonge peulen. NU!
Enkele keren per dag kijk ik even in de vakken die er nog maagdelijk bij liggen of er al gebeld wordt.
Waar blijft de prei, waar zijn de tuinbonen, die ik al drie dagen geleden heb toegedekt.

Het is de tijdgeest die ons allen doordrenkt, haast, snel, onmiddellijk.
Kijk en dat soort gedachten krijg je nu ook in de moestuin, ik wil maar zeggen..

( wordt vervolgd)

Ziekbed

Te lang lig ik hier reeds terneergeworpen
de strepen op ’t behang heb ik al duizend maal geteld
steeds minder vaak kom ik mijn bed nog uitgekropen
sinds ik door ziekte en ellende werd geveld

de huisarts en de dominee zelfs mijden mij
ik kom geen deur meer uit, mijn leven is voorbij
het is niet te geloven dat het zo moet stoppen
kon ik nog maar één keertje samen met jou shoppen

wat had ik graag mijn zinnen nog een keer verzet
gewoon bij Albert Heijn, de Hema of bij Beter Bed.

Ergernissen 1

BNN

In de NRC van zaterdag staat een indrukwekkend artikel van de hand van Dichter des Vaderlands Ramsey Nasr over Nederland als normloos land dat zich internationaal in hoog tempo politiek en cultureel isoleert.
Het land waar alles kan en moet kunnen, waar we moreel alle grenzen hebben overschreden en in een niemandsland  zijn aangekomen waar iedereen het recht opeist om er individueel in rond te dwalen.
Zonder daarin op wat voor manier dan ook gehinderd of gecorrigeerd te worden. Fuck You is de gevleugelde term van de laatste 10 jaar.
En nu zap ik langs BNN, de omroep waarvan twee presentatoren elkaar onlangs nog gekannibaliseerd hebben. 
Vanavond word ik vergast op een seks-en drugskwis met levende voorbeelden. Porno acteurs die tbv een multiple choice vraag  live de verschillende verplichte standen voordoen. Penissen die aanschouwelijk worden opgemeten. Een gemaskerde in rood leer geperste SM meesteres en een halfnaakte liefhebster van bondage
'Kun je nog wel normaal vrijen?', vraagt een presentatrice aan het geheel met touwen  ingesnoerde meisje.
'Nou', daar moeten dan in ieder geval wel handboeien aan te pas komen.'
Er wordt schel gelachen om over de eigen gène heen te komen en de ranzigheid nog iets van normaliteit mee te geven.
 Een rapper genaamd Kleine Viezerik is er ook, net als Boris van der Ham.
 Dit land is een verwende en decadente natie op drift.
En dan laat ik de peroxide vreemdelingenhater en zijn liberale gijzelaar er maar buiten want anders wordt het beeld té treurig.
Spuiten en slikken heet het. 
Ik wens Nederland een diepe en langdurige recessie toe,.. zonder spekjes.

zaterdag 24 maart 2012

Klein geluk

Zonlicht op gezicht
tranen over de wangen
Krachtig zonnetje

donderdag 22 maart 2012

Bespottelijk alleen

Bespottelijk. Hoe vaak heb ik mijn moeder dat woord niet horen gebruiken? Bespottelijk! Altijd met een ondertoon van ergernis, afwijzing en verontwaardiging in haar stem. Het was een familiewoord. Haar zusters gebruikten het net zo vaak. Bespottelijk! Ja, wat was er eigenlijk niet bespottelijk in hun ogen? Er deugde nogal veel niet aan heel veel anderen. Bespottelijk dat iemand dat voor zichzelf durft te vragen, dat iemand niet door heeft hoe dom hij is, dat ze denken dat wij niet begrijpen dat... Bespottelijk!

Het was niet alleen afkeuring en afwijzing die erin doorklonk. Uiteindelijk klonk er alleen maar angst in door. Angst om zelf een flater te slaan, angst om voor je recht op te komen, angst om afgewezen te worden, angst om alleen te staan. Bespottelijk eigenlijk. Want door die al die angst, afkeuring en afwijzing stonden ze ook echt alleen, zonder het zelf te beseffen. Bespottelijk alleen.

De  moestuin 1.

De lente geeft de laatste dagen een uitbundige prelude en ik zit midden in de zaal, op een van de beste plekken; een stukje grond aan de rand van het bos. Er zit een prikkeling in de lucht, het ruikt naar tintels en frissigheid en buitelingen. Zo af en toe zweeft er een heel licht lauw briesje tussen de late wintervlagen door. Het zijn de eerste tekenen voor wie er zijn neus niet voor ophaalt , maar de vleugels wijd open zet.

Aan de overkant van het slootje achter onze lenteresidentie kreunen de iepen in de zuidenwind. Het is een machtig kreunen van kracht en
souplesse, geen gekerm van wanhoop of treurnis dat uit de bomen komt. Ik verbeeld me dat ze zich verheugen op de naderende warmte.
Het bos rekt zich uit en de sappen die het nieuwe bladerdek gaan voeden beginnen aarzelend vanuit stam en wortels naar de takken te stromen. Steeds meer vogels voegen zich bij het symfoniekorkest dat 's morgens vroeg en tegen de avond de eerste uitvoeringen ten beste geeft. Het feest kan beginnen. We hebben er zin an!

Ooit heb ik jarenlang een moestuin gehad en nu we door gelukkige omstandigheden opnieuw de beschikking over een akkertje kregen, merkte ik dat de magie van het zaaien en kiemen nog steeds haar sporen in me had achtergelaten.
Maar, ik ga de gangbare methode van moestuinieren afzweren. Teveel werk zeker in de zware klei waaruit dit stukje woeste grond bestaat.
Spitten , frasen, bedden maken, paden aanleggen, onkruid wieden, schoffelen, bewateren. En in oogsttijd zoveel producten die tegelijk klaar zijn, dat kennissen en vrienden ramen en deuren sluiten als je alweer met een emmer boontjes aan komt zetten.

'Square foot gardening', de makkelijke moestuin,gaat ervan uit dat plant en planter het best gedijen in een overzichtelijke tuin, die oplevert wat je nodig hebt, die er aantrekkelijk uitziet en waar de kans op koolvlieg, rups, slak ,luis, en zaadpikkerij door onze gevederde vrienden zo klein mogelijk is.
Houten Bakken van 1 bij 1.20 verdeeld in identieke vierkante vakken waar telkens een groente of kruid naast haar beste buren wordt neergepoot. Want wortels doen het nu eenmaal beter in de buurt van uien, net als de aardbei die het liefst een lekkere krop andijvie naast zich heeft staan. En geef haar eens ongelijk!
Geen steriele rijen meer in Noord Koreaans gelid, maar speelse bakken vol multi culti lekkernijen,rond en sappig.
Een prachtwijk, zeg maar.

Bij Intratuin die de nieuwe trend ook ontdekt heeft kun je de bakken kant en klaar kopen. Vierplanken en keurig gelakte latjes voor de vlakverdeling à raison van €29,95 per bak.
Maar dat is voor een Hendrik Jan uit de tijd van de Biologisch Dynamische zaaikalender van Rudolf Steiner en de recepten van Mellie Uyldert ( De Klazien uit Zalk van de 60'er jaren) geen uitdaging.

Dat timmeren we zelf en ook nog eens van ôad hôat.
Fluitje van een cent..

( wordt vervolgd)

maandag 19 maart 2012

Aangekleed

De Nederlandse man, hij laat zich kleden
Zijn vrouw bepaalt wat of er wordt gepast
En ook al is hij matig enthousiast
Hij heeft de strijd allang vergeefs gestreden

Ik heb voor door de week een schattig hesje
En 's zondags draag ik nu een deux-piècesje.


Tweederde van de mannen laat zich  kleden door hun partner. De helft van de mannen zegt zelfs fysiek aangekleed te worden door hun geliefden. 

zaterdag 17 maart 2012

Omdat het kan

De veters gestrikt; los aan de bovenzijde, strak bij de enkels. Een voor een prop ik de muziekdopjes in mijn oor. Even zien, ja het rode lampje brandt. Ik druk op “play”.

In een sukkeldrafje hobbel ik over de klinkertjes die langs het huis liggen. Even opkijken voor het verkeer en hopla, rechts af. Op het asfalt want dat loopt het lekkerst. Even zien, kan ik nog met mezelf praten? Niet dat het kan, met die oordopjes in mijn hoofd. Maar de stem van mijn gewezen trainer schalt door mijn hoofd dat ik met mezelf moet kunnen praten, dan is mijn looptempo goed.

Begeleid door de zon, die straalt alsof het mei is, bereik ik even later het witte bruggetje. Daar zal ik mijn beenspieren onderwerpen aan een intensieve strekpartij. De bovenbenen, veertig plus en wat stram, worden voorzichtig opgerekt, nogmaals uitgevouwen en gaandeweg strijk ik de kreukels die ik vanmorgen na het opstaan vond, glad.

Daarna nog de middenrifspieren even heen-en-weer rekken, een molentje maken van mijn rechterhand naar mijn linkerenkel terwijl ik buig (anders wordt het zo’n rotzooitje) en ik voel elke spiervezel die ook maar iets met hardlopen te maken heeft, langzaam wakker worden.

Ik controleer mijn horloge en parkeer op “chrono”. Terwijl ik de eerste stap zet, druk ik op het knopje. Terwijl ik rustig draaf, krijst er een heerlijke dance-tune via mijn oren dwars door mijn hersenschors. Ik loop niet, ik zweef. Ik ben niet meer hier, ik ben ergens tussen hemel en aarde beland. Tenminste zo voelt het. Mijn voeten lijken vleugels te hebben gekregen. Op de automatische piloot bewegen zij zich geheel vanzelf over het geasfalteerde fietspad.

Voor ik het weet, zijn de eerste zes minuten om. Het wordt een blokje van drie maal zes minuten hardlopen, afgewisseld door drie minuten wandelen. Met mijn veertigplus lijf, nog moe van de verbouwing, is het niet verstandig om direct vijf kilometer achter elkaar te gaan beulen, al hebben mijn benen daar een geheel andere mening over.

Bij het tweede setje van zes minuten zingen mijn longen, ondanks dagelijkse nicotinevervuiling, een vrolijk deuntje mee. Onderweg passeer ik de treurwilgen, die vandaag een begin maken met het opbouwen van hun groene jurkje voor dit seizoen. Een setje eenden ligt lui aan de wallenkant te genieten van de zon. Een verdwaalde zwaan peutert aan haar achterste en klappert ineens met haar vleugels. Deze schrikactie leidt direct tot een verhoging van mijn hartslag. Angstig loop ik een eindje om haar heen. Voorlopig mag ik drie minuten wandelen en bijkomen van deze zwanensessie.

Ik ben nog lang niet thuis, zie ik terwijl ik wandelend om me heen kijk. Verdorie, ik moet nog aan het derde hardloopsetje beginnen. Maakt niet uit, ik zal het zo wel zien. Niet te ver vooruit piekeren, dat kost me minstens zes extra hartslagen per minuut en dat is niet handig en bovendien niet nodig ook. Hupsakee, ik klik het timertje op mijn horloge aan en mijn onderdanen schakelen naar de tweede versnelling.


Na drie minuten moet ik een heuveltje op rennen. Helaas gaat dat minder gesmeerd dan ik zou willen. Eenmaal op het heuveltje krijg ik de wind in de rug en zijn de vleugels op mijn voeten opnieuw geïnstalleerd. De housebeats dreunen nog immer door mijn hersencentrum door. Heerlijk. Wanneer ik even op mijn polshorloge kijk, zit ik al over de zes minuten.

Verstandig geworden in mijn drieënveertigste levensjaar, besluit ik om gewoon het wandelrondje af te maken. Maar ja, ik ben nog lang niet thuis en dus zal ik wandelend en wel naar huis toe moeten. Wil ik dat? Nee, dat wil ik helemaal niet. Ik check mijn innerlijke voorraad lef, moed, en energievoorraad. Het kan. Ik wil het gewoon. Na drie minuten wandelen zet ik het klokje opnieuw op de timerstand. Op, naar huis.
Omdat het kan.

vrijdag 16 maart 2012

Blogparel

Ik ben in Amsterdam.
De caissière van de Balie controleert de VIP lijst. Daar sta ik op omdat ik een van de genomineerden ben voor de Blogparel 2011, een landelijke prijs voor het beste stukje op een weblog.
Met een glimlach overhandigt ze me de vrijkaarten voor mij en mijn twee zoons en ook nog een badge met daarop: ' Blogparel, genomineerd Pasquali'. 
Het voelt even alsof ik 200 meter verder de rode loper van het Boekenbal betreedt, terwijl de fotografen hun digitale kaartjes op mij volschieten.

In de zaal is het al behoorlijk druk en de genomineerden bestuderen geïnteresseerd elkaars naamplaatjes.

’U bent Pasquali?’ De man aan wie ik me voorstel kijkt me verwonderd aan.
‘En niemand anders’, zeg ik goedgemutst.

’Ik had me u heel anders voorgesteld.’

’Jonger zeker’, zeg ik met een geruststellende glimlach.
‘Ik ben op een leeftijd dat de waarheid gezegd mag worden.’
’
'Ook dat’ , zegt hij, ‘maar ik had meer een wat warrige, onhandige figuur verwacht , zo een die
 bij binnenkomst meteen de drempel meeneemt'
Ik val stil.
Alle nare stemmetjes in mijn achterhoofd dringen zich met de ellebogen naar voren en denderen de feestvreugde binnen.
'Dat is het’, schiet door me heen.
‘Zie je wel, dat is de indruk die ik met mijn stukjes oproep.'
De schrijver als zijn eigen bananenschil, zoals van Kooten het ooit omschreef.
Een loser die, hoewel vol goede bedoelingen en gecoached door de 
vaste hand van zijn geliefde, op aandoenlijke wijze door het leven struikelt.
Terwijl ik natuurlijk een ironische stijlfiguur hanteer die in wezen het tegendeel
 moet benadrukken.
Dat ik in mijn schrijfsels enige zelfrelativering inbouw is te prijzen, er zijn al meer dan genoeg gelijkhebbers en egomane zelfoverschatters die hun eigen bestaan veel te serieus nemen. Maar om nu voortdurend door het opblazen van kleine akkefietjes de lachers op je hand te krijgen... Aan de andere kant  oogst ik daar wel weer leuke reacties mee, maar daar komt ook de sleet op.

Duidelijk is in elk geval dat ik op deze avond, net nu ik kans maak op een mooie klassering in het gezelschap van 32 andere genomineerden, plotseling ten prooi ben aan existentiële twijfel omtrent de voortgang van mijn schrijverschap. Ik overweeg voor bijstand Mevr. Pasquali te bellen, maar het is lawaaiig in de  zaal en het is de vraag of ik omstanders getuige moet laten zijn van mijn acute literaire crisis. Bovendien, voor je het weet is er een jurylid in de buurt en word ik wegens openbare ambivalentie alsnog uit de top verwijderd.
Onderweg in de auto zeiden mijn kinderen nog dat ze mij wel  een enorme applausjunk vonden.
Daar zit iets in, zelfs op andervrouws verjaardagen sleep ik, nadat ik al ruim uit eigen werk heb voorgedragen, ook nog eens gitaar en versterker de huiskamer binnen om ongevraagd enkele soft jazz evergreens ten beste te geven


De man die het juryrapport voorleest noemt de blogs die in goede zin zijn opgevallen.
Ik ben mijn stukje nog niet tegengekomen en er bekruipt me een lichte ongerustheid. Ik zal toch wel..of niet.
Weg ermee. Klaar! Vanaf nu staat een heel andere Pasquali op, een authentiek mens, bescheiden, maar stevig in zijn schoenen. Iemand die aan zichzelf genoeg heeft en die niet 10 keer op een dag kijkt of er nog ergens iets gerieplaaid is.
Iemand die onderwerpen van belang gaat behandelen. Serieuze zaken, Questies!
Die lak heeft aan het benepen oordeel van de wereld en zeker aan zo'n jury van de Blogparel.
Dat zijn ook allemaal maar kleine krabbelaars gevangen in hun eigen beperkingen en vooroordelen.
 Dus ook al ben ik in de achterhoede geëindigd wat kan mij het sch..


‘De jury heeft over de plaatsen 2 tot en met 4 lang gediscussieerd en is daar niet unaniem over geweest’. Het jurylid achter het spreekgestoelte voert de spanning op
‘Maar we moesten tot een volgorde komen..
‘Je doet maar’, denk ik.
'..En op 4 is geëindigd, Pasquali met het verhaal ‘Lek’, waarin de schrijver op een boeiende en geestige manier een ogenschijnlijk klein probleem beschrijft.' 

Op het scherm verschijnt een afbeelding van mijn stukje. In mijn hoofd schieten alle muizenissen terug in hun holletjes.
En zoals gewoonlijk stel ik onmiddellijk mijn mening over de kwaliteit van de jury bij.

De zoons komen met bier.
'4e plaats pa, het kan ermee door.’
'Maar virtueel 2e' , zeg ik.
...'Ja, ...zullen we gaan of wil je ook nog laten zien hoe goed je kan dansen..'

donderdag 15 maart 2012

Vlieg

Er is een fruitvliegonderzoek verschenen;
Belemmer je zijn seksuele wens
Dan gaat hij aan de drank en zuipt zich lens
Het beestje heeft, zo lijkt het, onze genen

Dus Rokjesdag, u had het al begrepen
De jajem was vandaag niet aan te slepen..

Mannelijke fruitvliegjes die voortdurend door vrouwtjes worden afgewezen, grijpen naar de fles. Dat schrijven Amerikaanse wetenschappers in het toonaangevende tijdschrift Science.
Het was vandaag ook nog eens rokjesdag.

Rokjesdag (geinspireerd door de schrijfveer van vandaag)

“Het is toch wat,” klinkt een ielig stemmetje, ergens beneden mij. “Gisteren was ik verdorie nog prachtig. Een lentekoningin. Ik was intact, compleet. En moet je nu eens zien.”

Onderzoekend kijk ik om me heen, op zoek naar de bron van het geluid, wat plots is gestopt. Nergens een mens te bekennen. Zachtjes knijp ik in mijn arm. Nee, ik slaap niet.

“Ik bedoel maar. Je doet je best, komt op tijd boven water, ook al heb je die koude witte derrie nog in je haar zitten. Je belooft de natuur een beetje gezelliger te maken, op te leuken en wat doen die tweepotigen? Precies. Zij doen maar wat en denken nergens over na.”

Nieuwsgierig laat ik me door mijn knieën zakken. Het kan niet. Het bestaat niet. Het zal toch niet? Vanuit het gras dat weer groen begint te worden, stijgt damp op, veroorzaakt door mijn vriendin de warme koperen bol, die al vanaf vanmorgen vroeg boven de aarde straalt. Hier en daar glinsteren nog wat kristallen dauwdruppeltjes. Voorzichtig verplaats ik mijn lichaam een centimeter naar rechts en tegelijkertijd zet mijn keel het op een gillen. Op een haar na mist mijn hand een afschuwelijke kennismaking met een verse hondendrol.


“Zeg, moet dat,?” hoor ik nijdig vanonder mijn knieën. “Ja, hier ja,” klinkt het vinnig. “Kom ‘es even hier, wil je?” Tot op het bot nieuwsgierig getergd naar de vraag wie mij op deze prachtige lente-ochtend tot de orde roept, buig en kronkel ik mijn winterse stramme lijf over het gras. Mijn neus raakt de grond nog net niet. In mijn blikveld ligt een klein, wit vliesje. Wanneer ik het opraap, blijkt het een flinterdun blaadje te zijn.

“Hèhè, ziet u het nu?”
Verbaasd kijk ik naar het kale groene plekje naast waar ik het gevallen blaadje heb gevonden. Plots zie ik een lichtgroen kelkje liggen. Mijn hart stokt in mijn keel. Verderop ligt een groepje onthoofde sneeuwprinsessen, hun lange groene bladerbenen vreemd naast zich geknakt. Hier en daar steekt een bruin rond balletje boven het gras, dat hier en daar kale plekken vertoont.


“Vanmorgen vroeg kwamen ze,” klinkt het bedroefd vanonder mijn knieën. Enigszins beschaamd schuif ik mijn onderdanen voorzichtig opzij. “Zeven grote kerels. Met een reusachtig rood ding op wieltjes. Plotseling was er een hoop lawaai en.....tjakka. Daar gingen mijn zusters. ” Het achtergebleven sneeuwprinsesje onder mijn knieën snikt hartverscheurend.

“Eén mooie lentedag hebben we gehad, verdorie. En meteen komt dat tweepotig mansvolk naar buiten en moet er ineens worden gemaaid. In een dag moet alles wintervrij worden gemaakt en moet het plantsoen er weer netjes bijliggen. Want de zon heeft zich laten zien. Zulks heet dan rokjesdag,” moppert het sneeuwklokje. “Rokjesmóórd. Dat is het”.

Met rode wangen en een kin die bijna tot op de grond reikt draai ik het kelkje voorzichtig rond tussen mijn vingers. “Sorry sneeuwprinses,” zeg ik zachtjes, terwijl ik het kelkje voorzichtig in de binnenzak van mijn jas stop. Opdat ik niet vergeet. Vervolgens bestudeer ik met een ernstige blik de veters van mijn gympjes. Het blijft stil, vanonder mijn knieën. Verdere troostwoorden kan ik niet verzinnen. Voor deze volkerenmoord ben ik niet geschoold dan wel getraind.

Voorzichtig, om de onthoofde prinsessen niet verder te beschadigen en de achtergebleven prinses niet te beledigen, sta ik op. Met gebogen schouders loop ik van het plantsoen vandaan en kijk niet meer om.

dinsdag 13 maart 2012

Diederik

Wat is er mis met Diederik Samsom, volgens de peilingen de gedoodverfde winnaar van de PvdA Voice.
En als zodanig de nieuwe fractie voorzitter/lijsttrekker/kandidaat premier.
Weinig zult u zeggen, energiek,gedreven, idealistisch, fel  debater, snel kapsel. Beide benen in de modder van de Multi Culti, straatcoach, ook nog eens goed met lekkende kerncentrales en actief Twitteraar over van alles. Het is me nogal niet niks. 
En waarom dan meteen weer dat nare zure sausje over hem heen willen leggen.
Dat komt omdat het me allemaal iets té is, té af, té knap,té goed geformuleerd, té verantwoord.
En dan wordt het irritant.
Er is denk ik met Diederik Samsom in de kroeg geen  normaal woord te wisselen zonder een preek over de gevolgen van overmatig alcoholgebruik, de arbeidsomstandigheden van de Columbiaanse boeren die de nootjes in het schaaltje produceren, of het schandalig ontbreken van statiegeld op lege flessen  Jack Daniels.
Diederik kan het blijkbaar wél, zijn gezin met jonge kinderen combineren met een 100 urige werkweek. En dan ook nog voorlees en overblijfpapa en op zaterdagochtend het oud papier in de wijk ophalen voor de voedselbank.
Diederik Samsom is de moeder Theresa van de lage landen.
De ultieme opoffering aan de goede zaak.
Het enige wat ontbreekt is humor, nou ja een gescripte grap gaat hem redelijk af, het is meer de zelfrelativering die ik mis.
Diederik die lacht om St. Diederik en de rechtse draak.
Het riekt naar brandende ambitie en zorgvuldig  geconstrueerd imago.
En als het er dan eens ergens op gaat lijken, zoals zijn opmerking over het gewenste vertrek van burgemeester Aleid Wolfsen uit Utrecht, haast hij zich om zijn woorden met een ' dat had zo niet gemoeten' ,in te trekken.
Ja dank je de donder het ging over een partijgenoot. 
Dat belooft niet veel goeds.
Diederik Samsom is geen hemelbestormer, maar gewoon een doorsnee politicus. Niks mis mee, maar doe dan niet  alsof.

maandag 12 maart 2012

Thuishaven

Ik strek mij op de lederen Kramfors uit
en zie de kleine nuttig met haar Duktig bezig zijn
ik mijmer over onze rolverdeling, die is toch zo fijn
de lila Flyn Lill kleurt het zonlicht door de ruit.

Terwijl jij aan de nieuwe Billy sleutelt
en de Senseo op de Prägel zachtjes reutelt.

zondag 11 maart 2012

Dat schoppen tegen die bal

Ik ben een jaar of 16. Op het hooguit anderhalve meter diepe terras in onze achtertuin schop ik eindeloos een bal tegen het minuscule stukje muur onder de vensterbank. Alles met de buitenkant van mijn rechtervoet, zodat de bal draaiend richting muur gaat, maar als het goed is recht weer terug komt. Natuurlijk gaat het bijna altijd goed en begrijp ik niet waarom mijn vader zo’n ophef moet maken over die paar onvermijdelijke keren dat het fout gaat. Wat een drukte over een paar lullige tulpen. En zijn verbod helpt ook niet natuurlijk. De volgende dag begin ik weer opnieuw, net zolang tot mijn vader het lijkt op te geven en er een tijd lang niet meer over begint. Totdat de bal weer eens in de flora verdwijnt natuurlijk.

Mijn zoon is 13. Eindeloos schopt hij in onze achtertuin een bal tegen de muur van de schuur aan. Natuurlijk gaat het bijna altijd goed. Natuurlijk snapt hij niet dat we dit iedere keer verbieden. Natuurlijk trekt hij zich daar niets van aan. Zoals hij ook niet begrijpt dat hij de bal na gebruik weer moet opbergen. Idealiter voetbalt hij vóór: buiten op het grasveld in onze straat. Het eerste wat dan fout kan gaan is dat hij zijn bal vergeet weer mee naar binnen te nemen. De tweede hindernis die hij moet overwinnen, is dat hij zijn bal het liefst achter de voordeur in de gang neerlegt en het daarbij laat. In de volgende fase gooit hij de bal de achtertuin in en uiteindelijk raapt hij hem ook daar weer op en deponeert hem in de schuur. U begrijpt: dit laatste stadium wordt zelden gehaald. Meestal eindigt de bal achter de voordeur, in de gang, liggend tegen de gelatexte muur, die daardoor op balhoogte ontsierd wordt door velerlei strepen en vlekken. Een stukje natuur in huis, als u begrijpt wat ik bedoel. We zijn eraan gewend, we proberen er geen ruzie over te krijgen, we kunnen ermee leven. Maar laatst had hij mij toch even zo ver dat ik naar lucht moest happen en bijna mijn zelfbeheersing verloor. ‘’Zeg’’, zei hij, wijzend op alle strepen en vlekken die hij zelf met zijn bal veroorzaakt had, ‘’wanneer gaan jullie die muur eigenlijk weer eens schilderen? Want dit ziet er ècht niet uit!’’

vrijdag 9 maart 2012

Love, la-la-la-la..


Een klein bericht, ze gaan de Love Boat slopen
Het slenteren aan dek, de blauwe zee
Wie voer niet in gedachten met ze mee
En vond er warme liefde in de tropen

Die cocktailtjes en iedereen was blij
De zeventiger jaren zijn voorbij.

De Pacific Princess, waarop de tv serie The Love Boat werd opgenomen gaat naar de schroothoop.


donderdag 8 maart 2012

Vrouwendag



De Internationale Vrouwendag
Benadrukt in ons huwelijk de verschillen
Ik moet bijvoorbeeld nu mijn been optillen
Want zij is in de kamer aan de slag

O jee, dit vers doet mij het ergste vrezen
Ik denk dat ik het haar maar niet laat lezen.

woensdag 7 maart 2012

Geklungel



Ik heb vandaag weer heel wat tijd verprutst
Dat kwam, ik zou bestanden comprimeren
En eventjes mijn schijf gaan formatteren
Maar ja, alle extensies weggeklutst

Mijn back-up dus naar de verdommenis
U snapt waarom dit vers wat later is.

Nederlandse werknemers verliezen per jaar 19 miljard euro aan werktijd door problemen met hun computer.





Schrijfveer

Zeilen op gevoel,
het kompas van verstand
losjes in mijn hand

dinsdag 6 maart 2012

Gulden


De postkoets in de strijd tegen de file
En allemaal weer met de trekschuit mee
Dat is het Holland van de PVV
De allochtone Geuzen staan voor Brielle

Zo'n Rutte die gedoogd wordt en blijft dulden
En straks nog gaat betalen met de gulden.


Geert Wilders is de onderhandelingen in het Catshuis begonnen
met een claim op het immigratiebeleid en een onderzoek naar de herinvoering van de gulden.


zondag 4 maart 2012

Kopje thee *)

Soms wil ik wel eens wat anders schrijven. Een verhaal, fictie met hoofdletters. Maar daar ben ik niet van. Het is niet mijn kopje thee.

Terwijl mijn hoofd droomt van het schrijven van een prachtige roman die wordt versleten door een breed literair publiek, worstelen mijn vingers zich een potje russisch roulette over het toetsenbord. Niet gehinderd door enige verbintenis met mijn zieleroerselen, leiden zij een geheel eigen leven.

Ik zou zo graag eens een ècht personage neerzetten. Een mevrouw bijvoorbeeld, een dame, een donkerharige veertiger, die gekleed gaat in mooie jurkjes en die met hakken de straat op durft. Zo'n dame die bij de bakker roept dat zij aan de beurt is, en niet die andere mevrouw. Een veertiger die durft te kiezen, te schreeuwen en te zeggen. Misschien kan ze ook wel een potje huilen, in mijn roman. Natuurlijk moet ze ook seks hebben. Liefst wilde en vurige seks want dat schijnt beter te verkopen.

Het zou ook een literaire thriller kunnen worden over een man die gaat survivallen in Frankrijk, nadat hij is gescheiden van zijn tweede vrouw, die hem achter zijn rug met haar beste vriendin heeft bedrogen. Voor hetzelfde geld komt hij terecht in een Belgisch kasteeltje, waar hij voor grote groepen Fransen Bourgondisch gaat koken. Telkens wanneer er een nieuwe gang wordt opgediend gaat er een kasteelgast dood en moeten de overblijvers maar raden wat er gebeurd is. Echt, het zou allemaal zomaar kunnen; de rubriek Fantasie in mijn hoofd is er gek genoeg voor.

Sterker nog: in het fantasieflatje in mijn bovenkamer wonen verschillende personages bij elkaar.
Regelmatig zoeken ze ruzie en beleven ze de meest wilde avonturen. Wanneer het tè druk wordt daarboven roep ik weleens hardop dat ze moeten vertrekken, omdat ik anders de huur opzeg. Vaak wordt er direct een spontane bewonersvergadering belegd waarin iedereen uit het personageclubje zijn of haar zegje mag doen. Stuk voor stuk geven ze allen aan, dat iedereen moet vertrekken. Toch zijn ze allemaal gebleven. Lastig want zo groot is de ruimte in mijn hoofd namelijk niet.

Soms probeer ik het personageclubje uit mijn hoofd te schrijven. Dan mogen ze een rondje fietsen of autorijden. Een andere keer laat ik ze dronken over straat waggelen. Helaas komen ze altijd weer terug, doordat ze de wereld buiten mijn hoofd niet kennen. Daardoor durven ze nog niet op zichzelf. Het kan ook niet; de tijd is er niet rijp voor en de wereld is nog niet klaar voor deze types. Daarnaast is het natuurlijk best gezellig en lekker warm met zijn allen, daar in mijn bovenkamer.

Ach, op een dag vliegen ze vanzelf uit. Het is aan mij; ik hoef slechts een passend verhaal op te schrijven, waarmee ze waardig uit mijn fantasie kunnen stappen. Tot die tijd houd ik het maar op alledaagse stukjes.
Daar ben ik van, dat is mijn kopje thee. Mèt een wolkje melk, alstublieft.

*) Met dank aan meneer P.,
die met zijn stukje net
even een goeie duw gaf
in de juiste inspiratierichting,
met zijn kopje thee.

Er niet van zijn



'Daar ben ik niet van.'
Zelfs geinterviewden op tv die je tot voor kort een redelijke hoeveelheid verstandelijke vermogens toedacht, nemen het tegenwoordig in de mond.
'Daar ben ik niet van.' En waarvan dan wel?
Meestal van het onderwerp waarover men zich even eerder in het gesprek in negatieve zin heeft uitgelaten.
Het afgekeurde wordt weggezet als het gedachtengoed van een abjecte club charlatans waar men niet mee geassocieerd wenst te worden en waar men zeker geen lid van is, of ooit zou willen worden.
Ergens niet van houden, een andere mening zijn toegedaan
of je als fervent tegenstander van iets of iemand bekennen, het zijn synoniemen die het in ons mediatijdperk niet meer doen.
Vroeger was er een equivalent in het populaire spraakgebrek dat er in grote lijnen mee overeenkwam:
'Dat is niet mijn kopje thee', zei men. Dat klonk nog gezellig en hoe vaker het voorbijkwam hoe meer we onszelf wijsmaakten dat het alles zei wat nodig was. Op een, aan het Engels ontleende, ironische wijze zette de spreker de ander of al het andere in de hoek bij de rest van de kopjes thee die niet de zijne waren.
Vandaag de dag moet het harder, afdoender en confronterender.
Dus ben je er niet van.
Kort en krachtig. En niks kopjes thee, een drank die tijdens het afschminken van Job Cohen toch al een verdachte klank heeft gekregen.

Bonussen, gewasveredeling, dierentuinen, dubbele uitlaten, Bjorn Borg onderbroeken, men kan overal niet van zijn zonder daar verder nog een woord aan vuil te hoeven maken. De toehoorder past er wel voor op om door te vragen omdat hij daarmee al snel de verdenking op zich kan laden er wél van te zijn. Of een beetje.
'Daar ben ik niet van.'
Het is voldoende om je met behulp van dit zinnetje in stijlvolle superioriteit af te zetten tegen alles wat er zojuist geopperd werd. Aan tafel wordt begripvol geknikt en gegrinnikt.
In de toekomst volstaat het afwerken van een aankruislijstje met zaken waar men wel of niet van is.Een gesprek wordt op die manier overzichtelijk, eenvoudig en ook voor brede bevolkingsgroepen toegankelijk. Bovendien wordt de uitzendtijd bekort wat weer andere voordelen
met zich meebrengt. Nog even een trending topic, een leuk doordraaifragmentje, de zappservice en we kunnen lekker gaan lezen.
Of bent u daar ook al niet meer van.






donderdag 1 maart 2012

Pluim

In het kader van nationale complimentendag heb ik besloten mezelf een dikke pluim te geven. Eindelijk, na nachten (màànden) zwoegen, zweten en het onderwijl loslaten van af en toe een dikke vloek, is het me gelukt.
Lettersmid is geboren. En ze is meteen ook maar verhuisd.

Ik woon sinds vandaag op www.lettersmid.nl Ook daar heb ik een fantastische betonnen vloer en mijn keuken is meeverhuisd. Kom gerust eens kijken, schop je schoenen uit en ga lekker onderuit zitten in een van de lekkere virtuele fauteuils. Pak er een kopje koffie of thee bij, voor de liefhebber staat de wijn ook klaar en doe of je thuis bent.
Geen gekke fratsen aan frames en uiterlijkheden dit keer; mijn site ziet er hetzelfde uit als gisteren. En dat is knap te noemen. Ook een compliment dus voor de webbeheerder. Een mens moet namelijk niet teveel willen veranderen. De codes zijn eruit gesloopt; in robots geloof ik toch niet.

Voor de bloglinks: de link letterstilist.nl doet het niet meer. Letterstilist.blogspot.com wordt automatisch (met opnieuw complimenten aan de webbeheerder) omgeleid naar www.lettersmid.nl
Automatisch abonneren is weer mogelijk.

Tot ziens in mijn digitale appartementje!

Compliment


Vandaag is het weer Complimentendag
Reikhalzend heb ik er naar uitgekeken
Of u mij ook waarderend toe zou spreken
'N schouderklop, 'n vriendelijke lach..

..Ik ga er maar van uit dat groot en klein
Weer net zo wild als ik over mij zijn.