zondag 11 maart 2012

Dat schoppen tegen die bal

Ik ben een jaar of 16. Op het hooguit anderhalve meter diepe terras in onze achtertuin schop ik eindeloos een bal tegen het minuscule stukje muur onder de vensterbank. Alles met de buitenkant van mijn rechtervoet, zodat de bal draaiend richting muur gaat, maar als het goed is recht weer terug komt. Natuurlijk gaat het bijna altijd goed en begrijp ik niet waarom mijn vader zo’n ophef moet maken over die paar onvermijdelijke keren dat het fout gaat. Wat een drukte over een paar lullige tulpen. En zijn verbod helpt ook niet natuurlijk. De volgende dag begin ik weer opnieuw, net zolang tot mijn vader het lijkt op te geven en er een tijd lang niet meer over begint. Totdat de bal weer eens in de flora verdwijnt natuurlijk.

Mijn zoon is 13. Eindeloos schopt hij in onze achtertuin een bal tegen de muur van de schuur aan. Natuurlijk gaat het bijna altijd goed. Natuurlijk snapt hij niet dat we dit iedere keer verbieden. Natuurlijk trekt hij zich daar niets van aan. Zoals hij ook niet begrijpt dat hij de bal na gebruik weer moet opbergen. Idealiter voetbalt hij vóór: buiten op het grasveld in onze straat. Het eerste wat dan fout kan gaan is dat hij zijn bal vergeet weer mee naar binnen te nemen. De tweede hindernis die hij moet overwinnen, is dat hij zijn bal het liefst achter de voordeur in de gang neerlegt en het daarbij laat. In de volgende fase gooit hij de bal de achtertuin in en uiteindelijk raapt hij hem ook daar weer op en deponeert hem in de schuur. U begrijpt: dit laatste stadium wordt zelden gehaald. Meestal eindigt de bal achter de voordeur, in de gang, liggend tegen de gelatexte muur, die daardoor op balhoogte ontsierd wordt door velerlei strepen en vlekken. Een stukje natuur in huis, als u begrijpt wat ik bedoel. We zijn eraan gewend, we proberen er geen ruzie over te krijgen, we kunnen ermee leven. Maar laatst had hij mij toch even zo ver dat ik naar lucht moest happen en bijna mijn zelfbeheersing verloor. ‘’Zeg’’, zei hij, wijzend op alle strepen en vlekken die hij zelf met zijn bal veroorzaakt had, ‘’wanneer gaan jullie die muur eigenlijk weer eens schilderen? Want dit ziet er ècht niet uit!’’

6 opmerkingen:

  1. Ach Adriaan, als hij over een jaar of 7 het huis uit is zul je die strepen nog koesteren!
    Ik hield op de deurpost de groei van mijn zoons bij, de balpenstreepjes op het hout , voorbij, voorbij die tijd..!

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Prachtig verhaal, Adriaan. Herkenbaar ook. Als één van de kinderen eens iets doet wat mij niet zint, probeer ik, maar dat lukt natuurlijk niet altijd, te denken: "Hoe ging dat vroeger toen ik zo oud was."
    Ik wil geen zeurende vader of boze buurman worden. Never nooit niet!

    BeantwoordenVerwijderen
  3. ja, 13, de critiek op de ouders begint te komen, je weet dat dat alleen gebeurt,( op deze lossige manier) als een kind zich goed voelt bij zijn ouders, zodat ie dùrft!
    overigens, een hockeystick achter de voordeur kan goed van pas komen.

    BeantwoordenVerwijderen
  4. Toen hij een jaar of vier was haalde ik hem een keer met fiets en al van de straat omdat hij niet binnen wilde komen. Terwijl ik hem afvoerde gilde hij echt helemaal vanuit zijn tenen: ''ROTpapa!!''

    Ik was trots op hem.

    BeantwoordenVerwijderen
  5. prachtig. ik hield/ houdt zo van ondeugende ( echte ondeugendheid)kinderen omdat het levenslustige creativiteit laat zien.

    BeantwoordenVerwijderen