donderdag 1 december 2011

Sylvio 2

( mijn excuses aan de lezer, het leven is hard..)

Als ze mijn vallen scant, zegt de caissière;

'Ach meneer, waarom gunt u zo'n muisje geen warme winter.'
De klanten achter mij grinniken.
'Sylvio zit in de voorraadkast', verklaar ik mijn dieronvriendelijke actie.
'Nou en', hoor ik achter mij mompelen.

Ik besef dat er sinds de komst van Marianne Thieme en de oprichting van de Animal Cops- waarbij ik altijd de Comedy Capers voor me zie - een andere wind waait in het omgaan met onze medeschepselen. De zachte krachten. Maar ik heb winters meegemaakt in studentenhuizen waar 't achter het plafond en de muren oorverdovend ritselde en trippelde en hele families 's nachts bungyjumpten in de gordijnen van onze slaapkamer. Mijn trauma zegt: Verdelg, verdélg en zie niet om !

Ik heb twee typen vallen aangeschaft. De klassieke houten muizenval in Jumbo uitvoering en een moderne plastic variant in de vorm van een zwarte bek met scherpe tanden.
Van ieder twee. Het is een heel eind naar het dichtstbijzijnde dorp en ik neem geen enkel risico.
In de kast heb ik alle aan -en afvoerroutes met ducktape afgesneden, ook de kleinste opening waar de elektriciteitskabels onder het huis verdwijnen.
Dan snijd ik een klein stukje kaas, doop het in de pindakaas - voor de extra lekkere trek- en schuif het over een pinnetje op het voerplateautje.
Ik span de Jumbo, een akelig strakke veer waar een hendeltje overheen gaat dat in het gaatje van het kaasplankje gestoken wordt.
Een duivelse uitvinding, welke zieke geest heeft dit ontworpen. Als de muis één pootje op het plankje zet schiet de hendel los en klapt de veer omlaag. Dag Sylvio.
Voorzichtig loop ik met het geladen moordwerktuig naar de kast. Eén verkeerde beweging en ik speel nooit meer gitaar.
Voor ik de kastdeur open , moet op last van mevrouw Pasquali de slaapkamerdeur dicht. Hij zou maar eens ontsnappen en onder de dekens terechtkomen.
De eerste nacht slaap ik slaap licht, voorbereid op een klap die de stilte aan stukken scheurt, gevolgd door een laatste piepje. Bij het eerste ochtendlicht sluip ik uit bed en kier ik de kast open.

Val leeg, kaas weg. Die donderse muis heeft me te pakken. Een oeroud jachtinstinct ontwaakt. Dit vraagt om krasse maatregelen. Ik breng de tweede variant in stelling, die heeft een gevoeliger executie mechanisme, waarbij de geringste aanraking van het aas genoeg is om Sylvio te verschalken.
De gebruiksaanwijzing geeft ook nog wat nuttige informatie: 'Wanneer de muis gevangen is, druk de hendel naar beneden en verwijder de muis. De val kan meteen opnieuw gebruikt worden.'
Zonder tijdverlies kan ik dus verder met mijn tweede muis. Ik begin er ‘zin an’ te krijgen.
Als ik Mevrouw Pasquali de werking van deze nieuwe val demonstreer;
'Het is maar een klein muisje, dus die pootjes drukken maar heel licht op het aasbalkje, daarom deed de Jumbo niks', slaat haar stemming om.
'Ík vind het zielig', zegt ze.
'Wat nou als hij er met zijn pootje tussenkomt, dan moeten we ermee naar de dierenarts. Of als ie zich wel snel terugtrekt, maar niet snel genoeg en alleen met zijn snuitje...'
Ik zucht.
' Vrouwen, het is leuk spul maar je hebt er niets aan bij de jacht.'

(Naschrift: bij het ter perse gaan van deze aflevering is Sylvio niet meer onder ons. Mevrouw Pasquali verklaart zich vandaag in de rouw, noemt mij een nare bruut en is tot nader order niet meer tot communicatie bereid.)

6 opmerkingen:

  1. Beul!
    Ik ben dus te laat.
    Ik wilde nog voorstellen om Sylvio te domesticeren. De controle terugpakken. Maar ja, moge de geest van Sylvio, nu de kaas hem noodlottig is geworden, voor eeuwig aan jullie geweten knagen.
    Heb wel weer de inspiratie gekregen om mijn verhaal over De Woedies af te maken. Waarvoor dank.

    BeantwoordenVerwijderen
  2. De kans bestaat dat zijn familie verhaal komt halen, muizenmaffia.

    BeantwoordenVerwijderen
  3. Zeg tegen haar dat je hem zelf ook wel had willen laten leven, maar dat we nu eenmaal een rechtsstaat hebben, waar bepaalde regels gelden.

    Vrouwen kunnen bij de jacht wel van nut zijn, maar alleen als prooi, niet als jager.

    brude (echt, ik zweer het!)

    BeantwoordenVerwijderen