vrijdag 30 mei 2014

Stapvoetsch



Sinds half april lopen we weer gezellig samen,  mijn voeten en ik. Met een reële doelstelling (lees: geen) wordt het ineens allemaal een stuk leuker en ren ik de sterren uit de hemel.

Vlak bij mijn huis ligt een miniatuur poldertje, die in de lente verandert tot vogelkolonie. Nu heb ik er geen verstand van, dus op zijn Amsterdams gezegd zitten er vooral sijsjes en drijfsijsjes. Het is er druk en oergezellig. In het voorjaar verblijven er late ganzen, die met luid kabaal over je heen vliegen. Dat vind ik wel eens eng. Ze willen namelijk nog wel eens een voorraad ganzenmest over je uitstorten.

Om dat polderlandje heen doe ik driftig mijn looprondje. Al met al moet ik de straat uit, de dijk op (steil!) en dan langs het polderlandje, vol geurig fluitenkruid en goudgeel koolzaad. Na het polderlandje komt een stuk dijk met ongelijke klinkers, (au, enkeltraining!)  dan weer rechtsaf naar beneden (hoera!) en via een bochtig straatje met een sloot en schattige bruggetjes draaf ik dan weer op huis aan. Ik schat het rondje op een kleine 2, 5 kilometer. Vooral die halve is belangrijk. De eerste week  moest ik tussendoor nog even stoppen. Wel drie keer. Als een oud postpaard stond ik uit te hijgen, aangestaard door verschrikt kijkende fietsers.  

Oefening baart kunst en na drie keer met een tussenstop het rondje in één keer uithollen. Mijn trots bereikte een voorzichtig hoogtepunt. Direct erna maakte ik een beginnersfout, want de keer daarop maakte ik het rondje wat groter. Niet fijn, heel erg jammer. Tegen zoveel overmoed is mijn lijf nog helemaal niet bestand. Een fiasco werd het. Pijnlijke benen, zere longen en ik was in staat mijn hardloopschoentjes weer terug in de wilgen te hangen. De volgende keer ging ik terug, naar het polderlandrondje. Zonder pauze en aan het eind een kleine lus want het kon nog best en het ging nog beter.

Inmiddels heb ik mijn hardloop territorium verlegd naar een rondje A10. Niet  op de weg natuurlijk. Het is een heerlijke groene lus, verscholen achter de ringweg en ook hier hol ik weer tussen de velden waar schapen grazen en paarden met elkaar dollen. Dit koolzaadveldrondje is ongeveer 3,5 kilometer. Langer dus dan de polderlandroute.  Het is een doel. De eerste keer had ik netjes een pauze ingecalculeerd. Halverwege, bij de Mac Donalds. (Nee, niet erin!)Het was niet nodig want de voeten hadden goede zin en brachten mij zonder verder noemenswaardige pijn en ellende weer naar huis.

En nu, na anderhalve week veldenrondje besloot ik het polderlandrondje te lopen, maar dan verkeerd om en vanaf de andere kant van het kanaal. De straat uit, de dijk op, rechtsaf over de fietsbrug, hop weer rechtsaf, om zo de overkant van het kanaal te bereiken. Tot mijn vreugde kon ik  de ganzen in het veld tegenover het kanaal zien zonnebaden. Onderweg bekeek ik de tuinen van de woonboten, waarvan ik normaal alleen de voorgevel kan bewonderen. Nu zie ik het groen. Het ruikt heerlijk, onderweg. Halverwege de woonboten zou ik rechtsomkeert maken, terug de fietsbrug op en dan naar huis.

Het gebeurde niet want ik had de benen en de longen om het rondje helemaal af te maken, zonder te stoppen. Langs de woonboten, terug de dijk op, naar beneden en weer op het bochtige straatje met de bruggetjes. Vijfentwintig hele minuten lang heb ik genoten en gestraald. Ik houd van mijn voeten. Ik geloof, dat het wederzijds is.

Voorlopig geen hardloopschema’s meer voor mij. Geen doelen, geen bijstellen van rondjes en afstanden. Geen lat. Genieten wil ik. Met een hoofdletter. Lopen en niets dan dat. Gewoon waar mijn voeten me zullen brengen.  

2 opmerkingen:

  1. Bravo! Voor het stukje en het rondje en het doorzetten..
    Ik rook het fluitekruid!
    Mooi dat we ook weer wat op Trouw plaatsen Mw. O!

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Ik had eindelijk weer eens zin in een rondje langs de blogvelden, een poosje zonder tijdens de vakantie is me goed bevallen, maar het bloed kruipt...
    Rennen zal ik niet, maar ik geniet wel mee van je tochten.

    BeantwoordenVerwijderen