woensdag 25 augustus 2010

De Vierkleurenpen (schrijfveer 21 augustus)

Bijna nooit mocht hij gebruikt. Daar, op het hoekje van mijn lessenaar, lag hij te pronken. Als hij uit het laatje mocht. Een gekregen schat, voor school. Het was een juweel van zilver leek het wel, met aan elke zijde een schuifje met een klein knopje, om daarmee de penvulling van en op zijn plaats te schuiven. Het gaf een zacht schrapend geluid, wanneer dat gebeurde. Schriften vol zou ik ermee schrijven.

Met rood schrijven mocht nooit. Dat recht was uitsluitend aan de juffrouw voorbehouden. Dat deed ze dan ook graag, in mijn schrift. Fouten werden voorzien van veel uithalen, strepen en uitroeptekens. Aangezien de juf was gezegend met een enorme rij tanden –we noemden haar niet voor niets juffrouw paardenbek- haalde ik het niet in mijn hoofd, stiekem toch met rood te schrijven. Dat setje tanden kon me akelig toegrijnzen op een kille maandagmorgen, ik wist nooit hoe het afliep.

Zwart mocht alleen op vrijdagmiddag, wanneer de andere taken klaar waren. Anders niet, dan bleef het bij de blauwe bic pen, die door de school was verstrekt en waarmee we schrijfles kregen. Positief opvoeden, complimenten geven en de goede antwoorden benadrukken met een groene krul, bestond niet in mijn schooltijd. Groen werd dus ook maar naar het binnenste van de pen verbannen. Samen met haar maatje rood, moest zij in de zilveren schacht blijven bivakkeren. Soms moest ik goed opletten, wanneer ik enkele malen met de pen had geklikt en geklakt, of er niet per ongeluk tijdens het schrijven, toch stiekem een van de verboden kleuren tevoorschijn kwam.

Wat van mijn pennenschat overbleef, was de kleur blauw. Dezelfde kleur als waarmee we onze taken, de dictees de rekenwerkjes en alle andere vervelende vakken moesten uitschrijven. Toch was de kleur blauw uit mijn vierkleurenpen een veel mooier soort blauw dan die uit mijn schoolpen. Waar mijn schoolpen een fletse kleur blauw produceerde en akelige vlekken achterliet, was dat bij de vierkleurenpen totaal anders.

Prachtig diepblauwe inkt, als van een verre mysterieuze zee uit de sprookjesboeken, kwam uit de zilveren punt naar buiten gerold. Het schrijven ging gemakkelijk, ging vanzelf. Mijn opstellen kwamen vanzelf uit de inkt tevoorschijn, nadenken hoefde ik nauwelijks. De pen leek een eigen leven te leiden, spellingsfouten kwamen in mijn opstellen niet meer voor. en als ik van binnen dacht mijn opstel op te leuken met een mooie gekleurde tekening erbij, dan leidde mijn pen mij af door mij nog een prachtige zin te laten opschrijven.

Eens per jaar, zo rond de tijd dat de kerstvakantie aanbrak, mocht ik alle kleuren uit de pen tevoorschijn toveren. We mochten kersttekeningen maken en kaarten versieren en dan was rood toch wel prettig. Ik tekende de mooiste rode hulstbesjes en natuurlijk enkele rijk versierde rode kerstballen, die ik driftig in de groene kerstboom, waarin getekende naaldjes, kleurde. Met kerst haalde ik het niet in mijn hoofd om zwart te gebruiken. Die kleur werd door mij vrijwillig opgesloten in de zilveren pennenhuls.


Mijn ogen slaan op, kijken in de richting van de trainer, die zich vooraan in de vergaderingsruimte bevindt, bij het bord. Ik volg vandaag een training over bewustwording, leven in het nu. Op het bord staat een zin geschreven. Op de rechterhoek van mijn tafel, ligt een pen.

“Later is allang begonnen” *) schrijf ik, in vier kleuren.


*) De spreuk is van Harrie Jekkers, waarvoor dank.

3 opmerkingen: