woensdag 11 augustus 2010

Schrijfveer van 10 aug.: Een korte brief

Beste Mijnheer de Dief,


Mag ik u allereerst complimenteren met manier waarop u uw vak beheerst? Sjonge, ik heb totaal niet gemerkt dat u met uw handen in mijn tas zat. Wel vraag ik mij af of u alleen werkzaam bent of dat u een compagnon hebt, die vette vangsten vooraf registreert. Ik was vandaag een vette vangst. U zult erg blij geweest zijn toen u op het toilet van de Efteling de inhoud doorzocht. Op de ochtend had ik namelijk mijn complete vakantiegeld gepind, met de gedachte, die 's avonds goed op te bergen.

U zult begrijpen dat ikzelf minder blij dan u was, toen ik mijn gemis bemerkte. Momentenlang kon ik zelfs geen woord uitbrengen. Totaal verbouwereerd. Ik zag de vakantieberg, die ik in gedachten had, slinken totdat er alleen nog een dal overbleef. En dan bedoel ik niet het dal der lusten, hoor! Ik moest mijn kinderen vertellen dat de dingen, die ik beloofd had met ze te zullen gaan doen in de vakantie, niet door kunnen gaan. Ik vond dat moeilijk. Zij ook.

Maar, Mijnheer de Dief, ik heb mij door u of jullie niet uit het veld laten slaan. Op het moment dat ik mijzelf weer bijeengeraapt had, stonden we eigenlijk op het punt om naar huis te gaan en weet u wat ik gedaan heb? Ik heb er alsnog een fijne dag van gemaakt. Niet dankzij u, maar voor mezelf en de kinderen en voor iedereen die zichzelf 's ochtends met schoon geweten recht aan kan kijken in de spiegel.

U kunt namelijk mijn portemonnee wel stelen, Mijnheer de Dief, maar mijn goede humeur is onaantastbaar.

Met vriendelijke groet,

Arta

Geen opmerkingen:

Een reactie posten