woensdag 10 november 2010

Moeder en dochter

Ik moet naar de afdeling radiologie van het enorme ziekenhuis. Voor een foto.
Om de dood op afstand te houden heeft het enorme ziekenhuis zich getransformeerd tot permanente tentoonstellingsruimte.
De wanden van de overdekte promenade zijn bedekt met kleurige abstracte schilderijen en grappige reliëfs van nieren en longen, al naar gelang de poli die ik passeer.
Immense marmeren bloembakken, kunstzinnige objecten en romaanse zuilen staan kris kras op het brede plaveisel dat naar balies, harde stoelen en omgeroepen namen leidt.
Er zijn terrasjes waar je tegen woekerprijzen koffie en warme broodjes kunt krijgen, lichtkoepels, fonteinen waar op de bodem geluksmunten glinsteren, er is een kapper en zelfs een Albert Heyn.
En toch wil het maar niet gezellig worden.

In de wachtkamer de gebruikelijke mêlee van mensen in verschillende stadia van verval of genezing.
Veel vrouwen hebben er werk van gemaakt, alsof uiterlijke schoonheid het laatste bastion tegen de uitslag zou kunnen zijn. Op de leestafel kranten en tjdschriften te over, maar er wordt weinig gelezen.
Begeleidt door een grote verpleegkundige in het wit komen twee vrouwen binnen. De oudste in een rolstoel. Ze schuiven naast me tegen de muur.
Moeder en dochter. De jongste is een recentere uitgave van haar moeder. Beiden spierwit haar, fel in de lippenstift en de uitbundige shawls.
Alleen de diepte van de kreukelzones in hun gelaat verraadt het aanzienlijke verschil in leeftijd.
De grote verpleegkundige gaat op zijn hurken naast de rolstoel zitten en legt mevrouw omstandig de procedure van het onderzoek uit.
Vragend buigt ze haar hoofd in de richting van de spreker.
'Dat ze je zo komen halen Ma', zegt dochter op groot volume.
'Je moet niet zo hard praten', antwoordt moeder bits.
De verpleegkundige kijkt even gegeneerd om zich heen.
'Ze is anders wel de hele dag bij u hoor', zegt hij sussend, alsof die opmerking de levenslange kloof  zou kunnen dichten.
Ook dit heeft de oude vrouw niet gehoord.
'Ze neemt gewoon wraak voor vroeger', zegt ze tegen niemand in het bijzonder.
Dochter reageert niet en rommelt in haar handtas.
De grote man komt krakend overeind, geeft mevrouw de hand uit de cursus 'Patiëntencontact', wenst haar veel sterkte en verdwijnt schommelend in de gang.
Een tijdje later keren ze samen terug uit de behandelkamer. Dochter duwt en bij het inparkeren komt ze licht in aanraking met de rolstoel van een man even verderop.
'Kijk toch uit', snauwt moeder.
'Goh', zegt dochter, 'ik deed u toch geen pijn'.
De man schudt zijn hoofd.
'Dat doet ze expres', deelt moeder opgetogen mee.
''Ze moet u wel hebben hè', besluit ik me ermee te bemoeien.
Even richt dochter haar doffe blik op mij.
'Meneer, het is soms erg vermoeiend'.

5 opmerkingen:

  1. Geweldig stukje. Hoop dat je nog lang gezond mag blijven.

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Prima observatie. Herkenbaar aan weerszijden van de lijn. Met humor kom je een eind maar er zijn van die momenten. Grrr...

    Ferrara (schoondochter en ex-verpleegkundige)

    BeantwoordenVerwijderen
  3. Mooie reacties, dank.
    Dat je weer even weet dat je gelezen wordt.

    BeantwoordenVerwijderen