zaterdag 12 maart 2011

Morgenster

Ze is hier geboren, zegt ze.
Kijk daar stond een boerderijtje, waar nu die flat..
En boven de winkel, heeft ze ook gewoond.
En in de nieuwbouw van vlak na de oorlog, die nu afgebroken is.
Daar mocht ze in van Juliaantje want die had ze een brief geschreven.
Onder een oude winterjas draagt ze blote benen en witte gympen.
Ze kijkt me aan met heldere lichtblauwe ogen, terwijl de wind door haar grijze pieken waait.
Ze heeft een paraplu die ze stevig vasthoudt, aan haar arm bungelt een frommelig tasje van de C1000.
Af en toe zweven haar gedachten weg, maar dan zeilt ze ze met een knikje ons gesprek weer in.
Veel gebeurd zegt ze, veel gebeurd.
Ze heeft zwarte randen onder afgekloven nagels.
Ik heb haar net een handvol peuken in een afvalbak zien gooien.
Ze laat zien hoe ze met haar paraplu een snoeppapiertje vastpint. Dan buigt ze met een meisjeshupje door haar knieën en pakt het triomfantelijk op.
Eerst had ze een stok vanwege die heup, maar dit kan ook.
En als het moet kan ze nog spagaat, zegt ze, terwijl ze haar benen een stukje spreidt.
Er komen haastige mensen langs die ons een zijdelingse argwanende blik gunnen.
Nu moet ze door, zegt ze.
Even later op weg naar huis zie ik haar gebukt langs de stoep scharrelen.
Ze praat een beetje in zichzelf. Mooie, lichte woorden, hoop ik.

3 opmerkingen: