maandag 30 mei 2011

Het stuk dat ik niet schreef


Over haar gezicht had ik willen schrijven, haar haren, haar ogen, haar hemelse en betoverende lach. De rondingen van haar lichaam en de vreemde, onrustige manier waarop ik mij daartoe aangetrokken voelde. Ik had haar willen schrijven over mijn gevoelens voor haar, hoe ik heimelijk naar haar keek, naar haar verlangde. Al mijn dromen en fantasieën van hoe wij in elkaars armen… en hoe wij altijd bij elkaar… en hoe we samen gelukkig… Maar ik durfde niet. Ze was zó mooi, zó onbereikbaar. En natuurlijk ging ze haar ondergang tegemoet door te vallen voor een getatoeëerde, inhoudsloze kleerkastvormige spierbundel die – dat wist ik nu al - niets, maar dan ook niets begreep van haar ware behoeften… Maarja, omdat ze mij nooit zag staan, mijn blikken niet beantwoordde, er altijd in slaagde net langs mij heen te kijken, was de enige manier die ik kon bedenken om haar aandacht te trekken, haar een brief te schrijven. En dat durfde ik toch niet, bij gebrek aan vertrouwen in een goede afloop. Zo'n stuk als zij zou toch nooit… zou mij misschien alleen maar uitlachen… alles zou alleen maar erger worden…

En zo bleef ze het stuk dat ik nooit schreef.

4 opmerkingen:

  1. Het stuk dat ik nooit schreef! Diepzinnig! En dan 'getatoeëerde, (...) spierbundel.'Geweldig!

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Mooie 'twist' in de laatste zin.
    Had het maar gedurfd..;-)

    BeantwoordenVerwijderen
  3. Fantastische uitsmijter.
    Dom hoor om te vallen voor zo'n wandelend schilderij, brrr.

    BeantwoordenVerwijderen