maandag 10 januari 2011

O, heerlijke Griep! slot

Sinds een half jaar staat er bij mij in de woonkamer een Sony flatscreen van flink formaat me zwart aan te kijken. Stop je er een mooie film in, dan wordt het een ander verhaal. Dus pak ik een plaid, schik de kussens en nestel me op de ruime Ikeabank in gezelschap van een flinke stapel Dvd's en een grog waarin ik bij gebrek aan cognac maar whiskey heb verwerkt.
Ik heb lange films uitgezocht, zodat ik lang kan blijven liggen. De North and South serie over de Amerikaanse burgeroorlog heb ik pas nog bekeken. The Godfather dan? Nee toch maar niet. Geen zin in al die lijken. Ik kies voor: ' De Graaf van Monte Cristo' met Gérard Depardieu in de hoofdrol. Die heb ik echt heel lang niet meer gezien en duurt alles bij elkaar zeven uur. Af en toe haalt de griep me even in en val ik in slaap, maar dat is dan weer zo fijn van een Dvd!

De volgende dagen prop ik de ene na de andere film in de bek van de DVD speler. Kijk op een videoband, lang geleden opgenomen documentaires terug met in de hoofdrol Doris Lessing, Agatha Christie en een uitzending van Nachtsalon met ach...Michaël Zeeman nog, in gesprek met Aya Zikken. Allemaal vrouwelijke schrijvers. Toevallig? Mijn vingers jeuken. Ik bedwing me. Geef me over aan de beelden en het leidmotief van de film Dr. Zjivago:' Somewhere my Love.' De balalaika zingt als een leeuwerik hoog boven het orkest een lied van hoop en vrees. In een golvende beweging trekken uitgestrekte narcissenvelden en lange ijskoude winters op het flatscreen aan mij voorbij.

Helemaal geïnspireerd sla ik later het boek toch open. Ondanks dat ik lezen in bed , zeker met zo'n dik boek, een bijna onmogelijke opgaaf vind, ben ik direct geboeid. In het voorwoord maakt Peter d'Hamecourt een vergelijking met de film. Overheerst in de film de romance tussen Joeri en Lara met de revolutie als decor. Het boek is een politiek document, een aanval op het kwaad: de revolutie zelf, die monsters als Stalin voort brengt. Bij het lezen van het eerste hoofdstuk bewonder ik de mooie woorden van Nicolaj Nikolajewitz. De oom van in het boek Joera genoemd en die de opvoeding van zijn neefje, na het overlijden van zijn zus op zich heeft genomen.
Ik bijvoorbeeld heb nooit geweten dat ik niet in de natuur, maar in de 'historie' leef. Dat ik dat aan het op naastenliefde gebaseerde Christendom te danken heb en dat de vooruitgang alleen vanuit deze bezieling mogelijk is. Ik citeer: 'Pas na Christus hebben de eeuwen en generaties vrij kunnen ademhalen. Pas na hem begon het leven in het nageslacht, en sterft de mens niet meer op straat tegen een schutting, maar thuis in de historie.'

Dat is het dus! Zonder het te weten, heb ik het gedaan. Vertel mijn jongste zoon dat het 'not done' is om thuis eerst alle schappen leeg te eten en terug te keren naar je studentenkamer zonder eerst een nieuw voorraad voor je zieke moeder te halen. Dat ik zelf mijn zieke vader heb verzorgd. Bij ieder attaque mijn boekentas heb gepakt tot hij op een dag onder zijn eigen dak in mijn armen is overleden. Dat je niet moet willen leven in een maatschappij waarin mensen niet meer voor elkaar zorgen!

Mijn zoon. Hij begrijpt en leert snel. Haalt een tas vol boodschappen bij Albert Hein. Blijft nog een dagje langer thuis en roept bij zijn vertrek: 'Je moet me wel bellen hoor Mam, als je me nodig hebt!'

Geen opmerkingen:

Een reactie posten