zondag 12 september 2010

Op kousenvoeten naar de keuken

Een harde gil. Op kousenvoeten ren ik door onze keuken richting de bijkeuken, waar het geluid vandaan lijkt te komen. Vanachter ons keukenraam zie ik mijn moeder rare bewegingen maken in de bijkeuken, terwijl ik zeker weet, dat ze niet danst. Met angstig opengesperde ogen kijkt ze afwisselend naar de grond en naar de grote blauwe plastic ton die daar staat.

Die ton is een beladen hoofdstuk in ons gezin. Mijn moeder haat het kreng, mijn vader is er niet bij weg te slaan, als hij in huis is. De ton, gevuld met enkele honderden liters water, is een nogal ongebruikelijk voorwerp om in een woonhuis te plaatsen. Als alternatief aquarium herbergt de ton mijn vaders grootste waterschatten, zijn fuikjuwelen, namelijk palingen.

Ik volg mijn moeders blik en zie de reden van paniek. Een ontsnapte paling kronkelt over het koude groene beton van de bijkeukenvloer. Mijn moeder staat doodangsten uit. Ik open de keukendeur en help zo mijn moeder terug onze keuken in. Vanachter het raam hebben we nog steeds zicht op de vieze glibberige engerd.

Aan de andere kant van de bijkeuken gaat de deur open. Gekleed in schort, gewapend met het aardappelschilmesje waar ze zojuist de aardappelen mee heeft geschild, stapt oma de bijkeuken in. Met haar tweeëntachtig jaar wandelt ze kalm over de tuinslang heen, die door de bijkeuken loopt en dient als aanvoer van vers water voor de palingen.

Koelbloedig pakt ze het deksel van de ton, pakt vervolgens de verdwaalde paling op en mikt het beest handig terug in de waterbak. De ton wordt afgesloten met het aluminium deksel. Vervolgens loopt ze –op pantoffels- naar buiten. Met een baksteen in haar hand komt ze terug naar binnen en legt de baksteen als trofee bovenop het deksel van de palington.

“Wie er nu nog uitkomt, krijgt met mij te maken,” zegt ze, terwijl ze dreigend met haar aardappelschilmesje zwaait. Ze draait zich om, zwaait nog even naar ons en stapt haar keuken weer in.

4 opmerkingen: