zondag 12 december 2010

Een whiskietje

Met bejaardenpasjes glibber ik over de verblubberde stoep. Een dun smeltlaagje vriest weer vast op oud ijs, gladder kan niet. Ik heb het alweer gehad met die winter.
Vlakbij ons huis staat een donkere gestalte de ruiten van een auto schoon te krabben. Dat deed hij ook al toen ik hem 10 minuten geleden op weg naar de brievenbus passeerde.
De motor draait stationair en braakt benzinedampen uit die in de dunne mist blijven hangen. Er brandt een lampje in de wagen en samen met het lage gebrom van de uitlaat geeft dat het tafereel een zekere gezelligheid. Omdat ik vandaag nog geen praatjes heb gemaakt zeg ik:
'Hele klus, niet?'
De man komt achter de zijkant van de auto overeind. Zijn forse gestalte licht op in het gele schijnsel van een straatlantaarn. In zijn houding straalt hij uit volledig tot mijn beschikking te zijn.
Hij heeft de onbezorgde openheid van de vertegenwoordiger die elke klant na een eerste handdruk het gevoel geeft een oude vriend te zijn.
'Ach meneer', zegt hij, 'ik heb de tijd en als ik straks geen zin meer heb dan ga ik weer naar binnen, dan blijf ik thuis. Alles kan.'
Een samenzweerderige glimlach trekt over zijn gezicht.
'Ik werk niet meer'.
Ik knik begrijpend.
'En dat is het mooiste wat me overkomen is. Ik moet alleen nog even een nieuw ritme vinden.'
'Wat langer blijven liggen, wat later erin', antwoord ik en leg zo een voertje voor de rest van zijn verhaal dat stuiterend van verlangen in hem klaar ligt.
'Ritme, daar gaat het om', zegt hij beslist. 'Mijn broer is ook gestopt en die zegt dat dat het belangrijkste is. Dat je niet blijft zitten, dat je wat blijft doen. Vooral als je alleen bent, zoals ik.'
Dan buigt hij zich wat verder naar me toe en zegt:
'En ik hou nogal van een whiskietje.'
In het verkleinwoordje zie ik een heel leven opdoemen van wankele stappen op een krakende trap op weg naar een kil echtelijk bed.
'En daar moet je mee oppassen.'
Hij trekt de schuldbewuste grimas van de man die veel geleerd heeft van alle whiskietjes en graag bereid is mij die levensles mee te geven.
Ik zwijg veelbetekenend om aan te geven dat ik ook wel weet wat een glaasje teveel met je kan doen.
'Daarom', vervolgt hij, 'als ze me vragen dan ga ik nog wel een paar dagen naar de oude stek, ben je ook weer eens onder de jongens.'
Ik besluit het gesprek af te ronden voordat we een volgende fase van intimiteit bereiken. Ik ken mijn pappenheimers.
'Nou succes dan maar', zeg ik opgewekt en maak aanstalten.
Maar zo gauw ben ik niet van hem af.
Hij verkleint de afstand tussen ons en dempt zijn stem.
'En dan ben ik ook nog op zoek naar een nieuw vrouwtje, op Parship. Maar niet zo een van in de 60 met van die krulletjes, dan heb ik net het gevoel of ik met mijn moeder aan het daten ben.'
Ik heb plotseling spijt van mijn praatje en beperk me tot een laf knikje.
Behoedzaam ben ik al een paar stappen achteruit gedeinsd.
Het gaat vooral om de tekst heeft hij ontdekt;
Jeugdig, wandelingen, open haard, glas wijn..
'Als u dat whiskietje maar weglaat', zeg ik leutig en draai me schielijk om, op weg naar mevrouw Pasquali die op me zit te wachten en die ik ineens hevig mis.

5 opmerkingen:

  1. Prachtig, en welkom thuis weer.

    Eén kleinigheid: vLoertje.

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Dank Adriaan,ik schrok al. Maar ik leg geen vLoertje, maar een voertje
    zoals sportvissers dat in het water gooien om de vis te lokken..;-)

    BeantwoordenVerwijderen
  3. Geweldig. Is het boek al bijna klaar?

    Ferrara

    BeantwoordenVerwijderen
  4. Ik vis nooit, dat zal het zijn. Weer iets geleerd....

    BeantwoordenVerwijderen