zaterdag 4 december 2010

Haring

Ik ben op weg naar de haringman. De poolwind blaast, de korrelsneeuw schuurt.
Ik heb wel een ijsmuts maar geen handschoenen. Mijn wollen wanten liggen kletsnat in de auto, waar ik ze gisteren geirriteerd naar binnen heb gesmeten nadat ik de sneeuw van het dak en de ruiten had geveegd. Vandaar dat ik lopend ben, want zonder handschoenen is het geen doen op de fiets.
Eigenlijk is het ook geen weer voor haring.
Haring eet je als het lekker warm is buiten.
Aan de kraam. Hoofd achterover en dan in een keer zo'n frisse. koele vis, ruim in de uitjes naar binnen laten glijden.
Nu is het een beetje omdat het moet
Uit gezondheidsoverwegingen doen Mevrouw Pasquali en ik iedere week vette vis vanwege Alfa en Omega en al die rode wijn.
Bij de warme bakker maak ik een tussenstop. Een heel brood extra want je weet maar nooit hoe het er volgende week aan toe gaat.
De bakkersvrouw is boos. Terwijl een brood door de snijmachine dendert, wijst ze naar een tiental vuilniszakken die voor de deur tegen de ondergrondse vuilcontainer staan opgestapeld.
Pal voor de bakkerij. Ze zijn niet goed wijs.
Als je even wacht zie je muizen eronder vandaan komen. En de gemeente dan? Praat haar er niet van. Protest had indertijd niks geholpen
Nee hoor, er zou nooit iets mee zijn en hij werd twee keer per week geleegd, was de belofte.
Met haar handen in de lucht en een blik vol walging etaleert ze haar diepe afkeer van de gemeente. Ze gaat zo bellen, zéker weten.
Dan pas informeert ze naar mijn bestelling.

Bij de haringman ben ik de enige. Normaal is het er een drukte van belang. En vliegen de loze praatjes en de flauwe grappen je om de oren. Het is er bijna gezellig, als in een huiskamer van vroeger vol oude ooms en tantes. Mensen krijgen bij een haringkraam iets café-achtigs over zich.
Misschien wel omdat ze, ongezien,alvast gulzig een paar broodjes makreel of paling naar binnen werken terwijl ze op de vis voor thuis staan te wachten.
Of omdat ze zo weer weg en vergeten zijn.
De haringman en zijn vrouw voeren voor elke klant een apart toneelstukje op.
'Zo ben jij er ook weer', tegen een goede bekende.
'Vindt u die meneer daar ook zo lelijk?, tegen een nietsvermoedende binnenkomer.
Nu vraagt de haringman aan zijn vrouw of zij mij wel aardig vindt.
'Hmmm', zegt ze aarzelend.
''Ok, dat is genoeg', zegt hij en tovert van onder de koeling een kraakverse zaterdagse Volkskrant tevoorschijn.
Die krijg ik gratis, want zijn neef loopt kranten en hij houdt over.
En zoals elke week vraag ik of hij er niet met zijn vieze vingers aangezeten heeft en wens ze een fijn weekend.

3 opmerkingen:

  1. Ik dacht even dat je, net als vroeger, de vis in de krant verpakt meekreeg. Mag niet meer van de keuringsdienst geloof ik.
    Oh ja, vergeet die wanten niet op de verwarming te leggen.
    Smeuiig verhaal.

    Ferarra

    BeantwoordenVerwijderen
  2. ik kan hier behoorlijk van genieten!

    ( maar wie het nu geschreven heeft?

    BeantwoordenVerwijderen